dinsdag 8 april 2014

PAASWEEK EN PINKSTEREN IN DE NATUUR.

TIEN ZILVERLINGEN EN VELE TALEN.

DE JUDASPENNING.

De Judaspenning is een niet inheemse, tweejarige sierplant uit Zuidoost-Europa. Latijnse naam; Lunaria annua.
Hier voorkomend in veel tuinen maar steeds meer verwilderd.
Hoogte van de plant kan 1 meter bereiken. De kleur van de bloemen welke zijn gegroepeerd aan het einde van de steel is paars. De bloeitijd is van april tot eind juni.

Na de bloei ontstaan de zaad doosjes (hauwtjes) die plat en bijna rond zijn. Wanneer deze rijp zijn ze bijna doorzichtig.
Deze hauwtjes hebben een diameter van ruim drie centimeter.





GELD MAAKT NIET GELUKKIG.


De plant dankt haar naam aan de zaaddoosjes die op penningen lijken en als je er mee schut rammelen de zaden in de doosjes als het geld in een buidel.

Het was de discipel Judas Iskariot die in de Hof van Gethsemane aan de voet van de Olijfberg in Jeruzalem Jezus verraadde voor ´dertig zilverlingen´. 
Deze rinkelden in zijn geldbuidel als de zaden in hun doosje.
Volgens volks vertellingen zou Judas toen hij zich verhing na zijn verraad van Jezus deze ´dertig zilverlingen´ hebben weg geworpen op de plaats waar de munten terecht kwamen groeide later de Judaspenning.

DE PINKSTERBLOEM.


De Pinksterbloem is een echte lentebloeier. De Latijnse naam is+ Cardamine pratensis. Bloeitijd van april tot eind juni.
De plant groeit hoofdzakelijk in vochtige graslanden en komt op het gehele noordelijke halfrond voor.
Vanuit de wortelrozet van langgesteelde, veervormig
gedeelde bladeren schiet een aantal holle, onvertakte stengels op. Elke stengel draagt een tros lila of witte bloempjes, waarvan de kroon uit vier geaderde bloemblaadjes bestaat. De vrucht is een open-springende hauw.
Pinksterbloemen planten zich ook op vegetatieve wijze voort, door middel van knopen die zich vormen aan de onderkant van de bladeren in de rozet.
De jonge bladeren van de pinksterbloem zijn als sla te eten en zijn zeer rijk aan vitamine C. 


PINKSTEREN.

De oorsprong ligt reeds in de wetten die door Mozes tijdens de uittocht van Egypte aan het volk Israël werden gegeven. Het is de vijftigste dag, op de dag na de zevende sabbat vanaf Pesach ( het Joodse Pasen)
waarop er nieuwe offers aan God moeten worden gebracht. Een soort afsluiting van de Pesach.
Het feest wordt ook wel het 'Feest van de Eerstelingen' of 'Wekenfeest'genoemd (Sjavoeot).
De eerstelingen van de nieuwe graanoogst en het vee worden dan geofferd. De dag werd er ook een samenkomst gehouden en mocht niemand zijn gewone werk doen.

Pinksteren in het Oudgrieks; Pentèkostè betekend vijftig. Het is voor de Christenen de negenenveertigste dag na Pasen, waarop de uitstorting van het heilige Geest wordt herdacht

In de tien dagen tussen de Hemelvaart van Jezus en Pinksteren kiezen de discipelen een nieuwe vervanger voor de plaats van Judas Iskariot. Door middel van loting wordt Mattias aangewezen. Ze blijven gezamenlijk bij elkaar in Jeruzalem en bidden om de uitstorting van de Heilige Geest, die hun Heer Jezus hen beloofd had.
De gebeurtenis vind plaats op het feest van de 'Eerstelingen'(Sjavoeot) in de ochtend als de dicipelen en andere gelovigen samen zijn in een vertrek in Jeruzalem.
Volgens Handelingen 1:13 en 2:1; 
"Plotseling kwam er uit de hemel een geluid dat leek op een enorme windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij zaten. Op hun hoofd vertoonden zich tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op een ieder van hen. Zij werden allen vervuld met de |heilige Geest en begonnen in vreemde talen te spreken, zoals de Geest het hen gaf uit te spreken".



Na deze openbaring gingen de discipelen op weg om het geloof in Christus wereldwijd te verkondigen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten